Geschreven door Ludo Baauw op 12 augustus 2025

De termen digitale soevereiniteit en digitale autonomie vliegen je tegenwoordig om de oren, zeker nu steeds meer organisaties bewust nadenken over waar hun data draait en wie er toegang toe heeft. Maar wat betekenen deze begrippen nu écht? En waarom zou dat uitmaken voor jouw organisatie? 

Wat is digitale soevereiniteit?

Digitale soevereiniteit draait om de juridische kant: Het vermogen om je data volledig te beschermen onder de passende jurisdictie. Met andere woorden, je data valt onder de wetten van een specifiek land of regio – en alléén dat land mag bepalen wie er wel of niet aan mag komen. 

Voor veel organisaties ligt hier een risico. Wij stellen: ‘Doe je zaken met een Amerikaans cloudbedrijf, dan ligt je data (via wetgeving als de CLOUD Act of FISA) feitelijk bij de Amerikanen.’ Strikt juridisch klopt dat: als jouw data fysiek in een Amerikaans datacenter draait, kan de Amerikaanse overheid via hun wetgeving toegang eisen, vaak zonder dat je het merkt. Het gebeurt immers via geheime rechtbanken. Microsoft zelf heeft dit recent ook onder ede toegegeven in een Franse rechtszaak. 

Toch is deze insteek soms wat zwart-wit en voedt het ook de angst. In de praktijk weten we niet altijd hoe (en hoe vaak) toegang wordt gevraagd, maar volgens de letter van de wet kán het dus wel. De vraag is dus: hoe hoog schatten we het risico en de gevolgen in en welke maatregelen moeten we hierop nemen? 

Wat is dan digitale autonomie?

Bij digitale autonomie gaat het om de praktische kant van onafhankelijkheid: Niet buitensporig afhankelijk zijn en beslissingsvrijheid over je eigen data houden. Het draait om het kunnen kiezen: waar draait mijn data, wie kan erbij, en vooral: ben ik zélf in control? 

Voor veel organisaties is deze insteek veel passender. Je wilt bijvoorbeeld zeker weten dat alleen mensen die jij vertrouwt (zoals jouw eigen medewerkers) bij je data kunnen. Je wilt niet dat een anonieme medewerker bij een groot Amerikaans techbedrijf, of een buitenlandse overheid, onaangekondigd toegang krijgt omdat hun wetgeving dat wel toelaat. 

Waarom is dat verschil relevant?

Het verschil zit hem dus in controle versus wetgeving: 

  • Soevereiniteit: Je vertrouwt op wetten en regels (en hoopt dat deze voldoende bescherming bieden). 
  • Autonomie: Je vertrouwt op jezelf, je eigen keuzes en infrastructuur. 

In Nederland kiezen we vanuit Intermax juist voor die autonomie (‘kaaskoppen-garantie’ zoals wij dat noemen) zodat je altijd zélf de touwtjes in handen houdt. Alleen dan heb je echte zeggenschap over jouw data. En dat kan in Nederlandse en Europese datacenters. 

Zitten jullie dan helemaal niet in Microsoft Azure?

We gebruiken wel Microsoft producten en daarmee ook Azure waar nodig. Microsoft-collaboratie-software gebruiken we intern en hosten we ook voor onze klanten. En Azure zetten we ook zeker in, in combinatie met onze eigen Nederlandse Intermax cloud. Hybride cloud is aan te bevelen om juist risico’s te spreiden en kosten onder controle te houden. Want helemaal afhankelijk zijn van één partij is ook een risico. Spreid daarom je applicaties en data over meerdere kanalen. Of zoals we al vaker zeggen: leg niet alle eieren in één mandje.  

Conclusie

Digitale soevereiniteit beschermt je formeel via wetgeving, maar in de praktijk blijft er grijs gebied. Digitale autonomie geeft je daadwerkelijke controle en voorkomt ongewenste afhankelijkheden. Échte grip op data begint bij autonomie: weten waar je data draait én wie erbij kan, en zelf ‘in control’ blijven.  Meer lezen? Download dat onze whitepaper!

Inhoudsopgave